Een floating IP is een publiek, statisch IP-adres dat handmatig en vaak tijdelijk toegewezen wordt aan een apparaat. Voor TransIP's OpenStack implementatie 'Public Cloud' wordt gebruik gemaakt van floating IP's. Het is mogelijk om meerdere floating IP's aan één OpenStack-instance dynamisch toe te wijzen
De meest gebruikte use case van een floating IP is high availability van diensten. Dit is mogelijk doordat een floating IP-adres eenvoudig van de ene aan een andere instance gekoppeld kan worden, bijvoorbeeld wanneer een instance onbereikbaar is.
Door een floating IP toe te wijzen aan een virtuele machine (VM) of instances binnen een private network kan die connecties vanaf het internet accepteren. Uiteraard kun je ook een publiek IP-adres toewijzen aan een VM of instance om verbindingen met het publieke internet te maken. Er zijn echter enkele belangrijke verschillen tussen een regulier publiek IP-adres en een floating IP-adres:
-
Herbruikbaarheid, overdraagbaarheid en High Availability (HA) : Een van de belangrijkste verschillen is dat een floating IP dynamisch/opnieuw kan worden toegewezen aan verschillende virtuele machines (VM's) of instances binnen dezelfde cloud-omgeving. Dit maakt snelle failovers en het herschikken van workloads mogelijk zonder dat er wijzigingen in de IP-configuratie nodig zijn.
-
Isolatie van intern en extern verkeer: Floating IP's stellen VM's en instances in staat om in een private network te opereren (d.w.z. zonder directe blootstelling aan het internet), terwijl ze nog steeds toegankelijk zijn via het floating IP-adres wanneer dat nodig is. Dit voegt een extra laag van beveiliging en netwerkisolatie toe.
- Flexibiliteit: Aangezien floating IP's niet permanent zijn gebonden aan een specifieke VM, kun je flexibeler infrastructuurwijzigingen doorvoeren.