Artikel 15 en 17 auteursrechtenrichtlijn: een verbod op memes of eindelijk een eerlijke vergoeding?
De Raad van de Europese Unie, die bestaat uit een ministeriële afvaardiging van alle lidstaten, heeft maandag 15 april ingestemd met de vernieuwde auteursrechtenrichtlijn vooral bekend door artikel 15 en 17. De ministers deden dit in navolging van het Europees Parlement en de Europese Commissie die al eerder instemden met de richtlijn. Door deze instemming is de nieuwe richtlijn van kracht geworden en hebben de EU-lidstaten nu twee jaar om de nieuwe regels omtrent de uploadfilter en link tax in hun nationale wetgeving te implementeren.
Eurocommissaris en nieuwsorganisaties zijn tevreden over uploadfilter en link tax
“Europeanen krijgen eindelijk moderne regels over het auteursrecht die aansluiten bij deze digitale tijd.” Dit schreef eurocommissaris Andrus Ansip, verantwoordelijk voor de Digitale Markt, naar aanleiding van het akkoord dat de Europese Commissie en het Europees Parlement half februari sloten. Eind maart stemde het Europees Parlement, met 348 stemmen voor en 274 stemmen tegen, in met de nieuwe auteursrechtenrichtlijn.
Het NDP, de vereniging voor nieuwsorganisaties, is ook erg tevreden met de nieuwe richtlijn. Vooral artikel 15 (voorheen artikel 11) van de auteursrechtenrichtlijn, de bescherming van perspublicaties, leidt tot instemming bij de aangesloten mediapartijen. Dit artikel bepaalt namelijk dat uitgevers recht hebben op een vergoeding, ook wel de link tax genoemd, als er een stukje online content wordt gepubliceerd op een ander platform. Een goed voorbeeld hiervan is Google Nieuws. In deze aggregator worden diverse nieuwsberichten deels overgenomen met een link naar het originele artikel. In artikel 15 staat dat er wel gelinkt mag worden, maar dat er maar een zeer kleine hoeveelheid tekst mag worden gebruikt zonder licentie. De partijen achter NDP geloven dat via een link tax hiermee de macht van de grote platformen die geld verdienen aan de content van nieuwsplatformen een stuk minder wordt.
Platformen als Facebook en Twitter geven nu nog rijke previews van de content die ze doorlinken door middel van een foto, de kopregel en een klein stukje tekst. Ook veel bloggers en niche-nieuwswebsites maken gebruik van deze manier van doorlinken en aggregatie. Door artikel 15 is dat straks waarschijnlijk niet meer mogelijk zonder licentie. Of een link tax de beste manier is om de grote platformen aan te pakken is nog maar de vraag. Iets soortgelijks is ooit eerder in Duitsland en Spanje geïntroduceerd. Dat leidde in Spanje tot een stuk minder zichtbaarheid voor de nieuwsplatformen waar de originele berichten staan en uiteindelijk minder verkeer naar die websites. Precies het tegenovergestelde van wat de partijen probeerden te bereiken. Daarnaast doet zich nog een ander potentieel probleem voor. Lezers willen graag weten op wat voor een link ze klikken. Als daar geen informatie meer bij wordt gegeven, is de kans een stuk kleiner dat lezers doorklikken naar de website van het nieuwsplatform. Dit probleem doet zich natuurlijk vooral voor bij diensten die een aggregator gebruiken om nieuws over een bepaald onderwerp te verzamelen. Het zelf schrijven van een tekst bij een link mag natuurlijk wel. Al heb je daar natuurlijk wel mankracht voor nodig.
De eerste memes over een eventueel meme-verbod waren al snel te vinden.
Privacyorganisaties plaatsen kanttekeningen
Niet iedereen is echter net zo enthousiast als Ansip en de NDP. Zo zijn onder andere privacyorganisatie Bits of Freedom, Amnesty International en internetpioniers als Tim Berners Lee tegen de auteursrechtenrichtlijn in zijn huidige vorm. Zij zien vooral problemen met de in hun ogen soms onduidelijke bepalingen, werkbaarheid en toepasbaarheid van de richtlijn.
Artikelen met minder controverse
Niet alle artikelen van de nieuwe auteursrechtenrichtlijn zorgen voor veel ophef. Zo bepaald artikel 7 dat er regelgeving moet komen vanuit de lidstaten die ervoor zorgt dat werken die niet meer in de handel zijn, makkelijk van een licentie kunnen worden voorzien (denk daarbij bijvoorbeeld aan een jazzplaat uit de jaren 60 die niet meer wordt verkocht) en regelt artikel 10 een automatisch onderhandelingsmechanisme om het onderhandelen over online exploitatie van audiovisuele content een stuk makkelijker te maken (bijvoorbeeld het gebruiken van een nieuwsvideo).
Zijn memes verboden onder de nieuwe auteursrechtenrichtlijn?
Maar wat houdt de nieuwe auteursrechtenrichtlijn nu daadwerkelijk in? Is het echt zo dat je straks een verbod op memes, parodieën en andere afgeleide werken mag verwachten door het nieuwe artikel 17 van de auteursrechtrichtlijn (voorheen artikel 13)? Het is veruit het meest bekritiseerde stuk uit de richtlijn. Ligt de waarheid ergens in het midden? We duiken wat dieper in de nieuwe richtlijn en kijken wat het in de praktijk voor de eindgebruiker inhoudt.
Wat staat er nou echt in artikel 17?
Laten we beginnen met wat artikel 17 eigenlijk probeert te bereiken. Volgens Dirk Visser, hoogleraar Intellectueel Eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden is het doel van artikel 17 tweeledig. “Allereerst is het de bedoeling dat grote platformen waarop content wordt gedeeld als Facebook en YouTube gaan betalen aan de licentiehouders voor het uploaden van content waar een licentie voor vereist is door hun gebruikers”, stelt Visser in een uitgebreid onderzoek genaamd Trying to understand the article formerly known as 13. “Het tweede dat artikel 17 wil bewerkstelligen is het blokkeren van content die door de licentiehouders niet vrij is gegeven voor verspreiding onder licentie op deze platformen, maar die gebruikers wel willen uploaden.”
Uploadfilter enorme kostenpost voor kleine partijen
Dat klinkt als reeële wetgeving om te zorgen dat contentmakers en licentiehouders een nette vergoeding krijgen voor hun werk en dat werk dat zij niet willen verspreiden, niet verspreid kan worden. Toch zijn er ook wel wat zorgen bij de huidige bewoording in de richtlijn. Zo wordt niet expliciet genoemd dat er een automatisch uploadfilter nodig is om de content te controleren, maar gezien de grote hoeveelheden data die per minuut wordt geüpload zit er weinig anders op dan de boel te automatiseren. Een van de zorgen daarbij is dat startups en kleine partijen, die al langer dan drie jaar actief zijn of meer dan 10 miljoen aan omzet hebben, de kosten niet kunnen dragen om een goed uploadfilter zelf op te zetten en dan afhankelijk worden van de grote partijen als YouTube en Facebook die al diverse contentfilters hebben draaien. De richtlijn versterkt dan juist wat het probeert aan te pakken, de macht van de grote internetpartijen. Het is natuurlijk niet zo dat die kleine partijen daarvoor ongestoord het auteursrecht kunnen schenden. Het is dan de bedoeling dat ze een goedwerkend notice-and-takedown-beleid hanteren. Dit is dan wel reactief in plaats van proactief beleid.
De soep wordt volgens velen niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend.
Uitzonderingen uitgezonderd in algemene voorwaarden?
Artikel 17 omvat nog veel meer specifieke bepalingen. Zo is in lid 5 duidelijk de uitzondering voor educatie, parodieën en memes opgenomen. Er staat zelfs dat lidstaten moeten garanderen dat gebruikers hier zorgeloos gebruik van kunnen maken. Helaas wordt ook hier niet duidelijk hoe de lidstaten dit moeten doen. De richtlijn voorziet wel in mogelijkheden om onterecht geblokkeerde content aan te vechten, platforms moeten daar namelijk een goed werkend proces voor inrichten. Maar volgens Bits of Freedom is dit voor veel bedrijven niet aan de orde en schuilt hier een ander gevaar. “Platforms gaan de uploads niet blokkeren op basis van de wet, maar op basis van hun algemene voorwaarden”, stellen ze in een uitgebreide blogpost. “Op deze manier hoeven de platformen geen rekening te houden met ingewikkelde regelgeving, ze scherpen hem gewoon zelf zo aan, dat er geen onzekerheid mogelijk is. Dat is goedkoper, makkelijker en scheelt procedures.” Op deze manier blokkeren de platformen gewoon alles wat er door het filter geselecteerd wordt, zonder dat daar bezwaar tegen mogelijk is. Daarnaast valt te verwachten dat de grote platformen de strengste implementatie van de richtlijn volgen. Op die manier hoeven ze maar één keer hun platform aan te passen, in plaats van 27 verschillende iteraties voor de verschillende lidstaten. Het kan dus zeker zo zijn dat de wetgeving in Nederland een stuk soepeler is dan in bijvoorbeeld Roemenië, maar dat Nederlandse internetgebruikers op Nederlandse websites toch vastzitten aan Roemeense wetgeving doordat de platformen niet voor elk land afzonderlijk aan de slag (willen) gaan.
Wie valt wel en wie valt niet onder de richtlijnen in artikel 17?
Ook welke soort bedrijven er onder de richtlijn vallen en welke niet roept nog wel wat vragen op. Artikel 17 stelt dat ISP’s als Ziggo en KPN niet onder de richtlijn vallen en zijn uitgezonderd omdat hun service niet gericht is op het delen van content, maar op toegang tot internet. Ook Wikipedia en Ebay hoeven zich geen zorgen te maken gezien er duidelijke bepalingen in de richtlijn staan om ze uit te zonderen. Daarna wordt het echter wat vager. Zo zijn Cloudserviceproviders soms wel gebonden aan de regelgeving in artikel 17 en soms niet. Hoe deze uitzondering wordt omschreven? De aansprakelijkheidsuitzondering geldt niet voor bedrijven wiens belangrijkste doel het engageren of faciliteren van het delen van auteursrechtelijk materiaal betreft. Professor Visser kaart in zijn onderzoek dan ook aan dat het geheel niet duidelijk is wat een grote hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd materiaal is en dat niet duidelijk wordt wie de partijen zijn die een belangrijke rol spelen in het delen van dit materiaal. Verderop in de richtlijn staat dan wel dat dit op een case-by-case-basis moet worden uitgezocht. Oftewel voor de rechter.
Parodiën en afgeleide werken mogen gewoon blijven. Bron: Giphy
Kansen voor grote partijen en hun filters
Toch is het niet allemaal kommer en kwel voor de grote online platformen, al is dat wel wat ze doen voorkomen. Zoals eerder gesteld, beschikken Facebook en YouTube al over copyrightfilters en zijn het momenteel de enige partijen met genoeg kennis, geld en ervaring om een goed werkend uploadfilter binnen twee jaar geïmplementeerd te krijgen. Het voordeel voor deze partijen is dat ze deze luxepositie verder kunnen uitbouwen. Zo ontwikkelt YouTube al ruim 10 jaar haar Content ID-filter. Dit filter vergelijkt nieuw geüploade video’s met een database met auteursrechtelijk beschermd materiaal. Veel contentproducenten zijn al bekend met het platform en dit geeft de Google-dochter een enorme voorsprong in de implementatie van een uploadfilter en het naar de markt brengen van een enigszins goed werkend platform dat alle partijen kunnen gebruiken.
Ook met de nieuwe richtlijn kan je gewoon je gifjes blijven droppen. Bron Giphy
Gevolgen voor eindgebruikers
Vooralsnog gaan de meeste normale internetgebruikers nog niet veel merken van de nieuwe auteursrechtenrichtlijn en meer specifiek artikel 15 en artikel 17. De verwachting is dat de eerste implementaties van de wetgeving pas in 2021 van kracht worden. De meest duidelijke gevolgen zullen initieel te zien zijn in minder verrijkte linkjes op sociale media en het niet kunnen uploaden op Facebook van de muziekuitvoering van bijvoorbeeld je dochter omdat er een stukje auteursrechtelijk beschermde muziek wordt gespeeld. De filters zijn momenteel gewoon nog niet goed genoeg om dit onderscheid te maken. Hoe dat in de toekomst gaat is nog afwachten en een groot deel van de richtlijn zal worden uitgekristalliseerd door middel van jurisprudentie door middel van zaken aan het Europese Hof. Want dat er geprocedeerd gaan worden, dat lijkt wel onoverkomelijk. Hopelijk wordt het daarmee dan ook duidelijker wat website-eigenaren te wachten staat.
Dit artikel probeert duidelijkheid te verschaffen over wat de nieuwe auteursrechtenrichtlijn inhoudt en waar volgens experts op het gebied van intellectueel eigendom de knelpunten zitten in de onlangs aangenomen richtlijn. Dit blogartikel is geen juridische opinie.